Klaar met de liefde

De 43-jarige Marroescha Gerards werkt in de zorg en is een alleenstaande moeder. Na een mislukte relatie is ze klaar met de liefde. Voor altijd, denkt ze. Totdat ze een wel heel leuke man tegen het lijf loopt. Wat begint als een romance wordt al snel serieus. Ze besluiten te gaan samenwonen. Marroescha zegt haar huur op en trekt bij haar liefde in, samen met haar dochters van 17 en 8 jaar, de hond en de poes.

Het samenwonen bevalt goed, en het stel besluit te gaan trouwen. Maar dan, 10 dagen voor de bruiloft, eindigt het sprookje abrupt. Marroescha is bij nader inzien toch niet zijn type, zegt hij. De bruiloft wordt afgeblazen. Hij zet Marroescha op straat, samen met haar kinderen, de hond en de poes. Tot zover de liefde.

Het is de start van een nomadisch bestaan, vol stress en onzekerheid. Het eerste half jaar kan het hele gezelschap bij Marroescha’s moeder terecht. Als de lente aanbreekt, verhuizen ze naar een chalet op een camping in de buurt. Het is ondertussen meer overleven dan leven, en Marroescha besluit de gemeente om hulp te vragen. Helaas: de gemeente zegt haar niet te kunnen helpen. Ze moeten zich maar melden bij de daklozenopvang, is het advies.

Ten einde raad belt Marroescha naar de Soresdienst. Onze vrijwilliger in de buurt maakt meteen een afspraak met haar. De conclusie is al snel dat Marroescha urgentie zal moeten aanvragen. Dat doet ze, maar weer houdt de gemeente de deur dicht. Deze keer is de redenering dat het Marroescha’s eigen schuld is dat ze geen huis meer heeft. Immers, als ze gewoon haar eigen (sociale) huurwoning had aangehouden toen ze bij haar verloofde introk, had ze nu niet in de problemen gezeten.

Een verbijsterende reactie. Niet alleen vanuit medemenselijk oogpunt, maar ook juridisch.  Want het is helemaal niet toegestaan om een sociale huurwoning aan te houden als je er zelf niet meer woont. We begeleiden Marroescha daarom naar een advocaat, om in bezwaar te gaan tegen deze beslissing.

Ondertussen worden de problemen nog groter. Het gezelschap moet weer verhuizen. Maar in het nieuwe chalet zijn de huisdieren niet welkom. De dochters zijn in alle staten, en voor het hele gezin lijkt de emmer nu echt vol. Marroescha krijgt een belletje van school: haar oudste dochter is flauwgevallen. Zelf raakt ze oververmoeid. Marroescha’s werk en daarmee haar toch al krappe financiële situatie komen daardoor in gevaar.

Als alle hoop lijkt verdwenen, krijgt Marroescha ineens bericht van de woningcorporatie. Ze hebben lucht gekregen van de nijpende situatie en besluiten dat het gezin in aanmerking komt voor de spoedzoekersregeling. Er is een huis beschikbaar, maar dat is wel compleet uitgewoond, met een overwoekerde tuin als bonus. Het kan Marroescha niets schelen: zij en haar dochters hebben eindelijk weer een eigen plek. En met een beetje liefde ziet het huis er straks sprookjesachtig uit.